Laatste deel van onze reis: Zweedse Scherenkust en via Denemarken weer naar huis
In deze laatste periode van onze reis reizen we vanaf Stockholm naar huis. Omdat de tocht vrij lang is en één kaart alleen een globaal beeld geeft, heb ik drie detailkaarten toegevoegd. Op 31/7 zijn we vanuit Vaxholm naar Salsjöbaden vertrokken. Salsjöbaden is een uiterst luxe buitenwijk van Stockholm met prachtige huizen en vaarwateren. Het Grand Hotel en de sterrenwacht liggen majestueus aan de baai. De oude badhuizen uit de negentiende eeuw zijn bijzonder en erg mooi opgeknapt. Vele mensen genieten van het mooie weer. Met dit prachtige weer, volgens de voorspellingen stabiel, besluiten we aan een rots met uitzicht op de baai te ankeren. Tijdens het varen door de Scheren worden de luchten door de overkomende fronten steeds mooier en fascinerender. Via Dalarö en Karslund varen we naar Landsort (Skravleviken op het eiland Öja). Öja is een prachtig, klein eiland met een paar kleine havens (slechts één geschikt voor onze boten). Het eiland heeft een rijke historie in de oorlog en is bezaaid met kunst (in de buitenlucht). Arie, Nelleke en Tineke maken een fietstocht over het eiland. Eén van de haventjes heeft een ingang compleet bezaaid met rotsen, waardoor het welhaast onmogelijk lijkt zonder schade met veel golfslag of veel wind de haven binnen te komen. Het weer is nu echt instabiel: erg veel wind, af en toe regen. Via het eilandje Broken met basisligplaatsen (eigendom van een vereniging a la de Put), met een mooi clubgebouw, prachtige natuur en uitzichten, varen we naar Arkösund. Onderweg krijgen we nog windkracht 8 over ons heen en een zeer verwarde, hoge zeegang als we een klein stuk over open zee naar Arkösund moeten varen. Hier blijven we een extra nacht, omdat de wind Zuidwest 8-9 Beaufort blijft. Wanneer we thee drinken in het havengebouw, zien we aan het plafond de ronde, platte 'Knäckebröd'-en te drogen hangen. Een van onze wensen is, net als vorig jaar, het eiland Häskö te bezoeken. Het is een eiland met een oerbos, slechts ongeveer 10 inwoners waarvan het merendeel visser, een prachtige baai en een zeer aantrekkelijke kneuterigheid. We leggen aan bij de rode, houten vissershuisjes. De vissers zijn zeer vriendelijk, (erg vies) en spreken nauwelijks Engels. Er is een sauna, kuipen met warm water, een soort buitenbibliotheekje met een oude stereo, grills etc.. Het is zeer gemoedelijk, vrij en je kunt verse en gerookte vis kopen. Ik koop meer dan een kilo aal voor een tientje. Je kiest de alen uit een net, terwijl ze nog kronkelen. Vervolgens sta je soms te dichtbij om niet smerig te worden bij het schoonmaken en ontvellen. ...De handen worden afgeveegd aan het gordijn van het gebouw. Dit gordijn hing er vorig jaar ook al. Aan de haren van de uiterst vriendelijke visser te zien gebruikt hij vers aalvet om 'gel' in zijn haar te doen......genieten en griezelen geblazen! Op 7 augustus varen we naar Figeholm via een mooi in de Scheren gelegen vissershaventje (Flatvarp) en de grotere plaats Västervik (erg klantonvriendelijk, veel te dure haven, wel goede voorzieningen, maar de omweg niet waard). Figeholm is een prachtige verenigingshaven, alles prima voor elkaar en erg netjes. Je ligt met de punt naar de wal en hebt alle voorzieningen. Het uitzicht naar de baai is mooi. Ook hier liggen we een dag extra, omdat er teveel wind is. Borgholm en Bergkvara zijn tussenstops op een stormachtige en natte tocht naar Kristianopel, waar we wederom twee dagen liggen vanwege zeer sterke wind. Kristianopel is een prachtig plaatsje met oude ommuring en houten huisjes met heel mooi onderhouden tuinen. De havenmeester is een zeer aardige, laconieke Zweed. De eerste avond is er een motorrijdersbijeekomst (200!). De geweldig mooie, moderne, antieke, maar alle fabuleus onderhouden motoren worden gestald direct vóór onze boten. Het is erg gezellig, vooral ook omdat de regen zich een tijdje niet laat zien. De regenbogen kleuren de hemel mooi. Niet alleen de motorrijders, maar ook wij genieten van dit alles. Eén van de meest indrukwekkende eilanden bereiken we op 15 augustus: Utklippan. Het ligt zo'n 15 mijl ten zuiden van het vaste land van Zweden, heeft geen vaste inwoners en bestaat uit twee iets grotere eilandjes die ongeveer 150 meter van elkaar liggen. Het wordt omringd door een hele hoop kleinere eilandjes en rotsen. Het is puur natuur en beschermd. Op de omliggende eilandjes zijn ontelbare vogels en op één van de eilanden bevinden zich tientallen zeehonden/robben die met hun gehuil de omgeving beheersen (kwalitatief is de foto wat minder, omdat ik sterk uitvergroot heb). Ook 's nachts is het gehuil voortdurend te horen. De natuurhaven is bij het noordelijke eiland en er liggen roeibootjes om naar het andere deel te roeien. Het is een prachtige omgeving. De foto's geven een indruk. De volgende dag wordt een mallemolen wat betreft het vaardoel. We vertrekken met als doel Bornholm (ongeveer 50 mijl), maar kunnen dit onmogelijk bezeilen. Vervolgens wordt onderweg besloten naar Hanö te gaan (ongeveer 120 graden meernaar west), maar ook dat is ineens door de winddraaiingen niet meer haalbaar. Dan maar naar de Zuidoost kust (Skillinge of Simrishamn). Uiteindelijk belanden we laat in de namiddag toch op Hanö, na ruim 50 mijl zeilen. De wind is inmiddels naar N-NW gedraaid en neemt gedurende nacht behoorlijk toe. Tineke belt nog met een studievriendin die een huis aan de vaste wal heeft, maar helaas is het te laat om nog een afspraak te maken, omdat we de volgende ochtend ook weer vroeg weg moeten. Het weer is bovendien erg onbetrouwbaar om een tocht per motorboot te maken enkel voor een drankje. Hanö is ook een prachtige eiland met een vijftigtal vaste inwoners. In het licht van de langzaam zakkende zon ziet alles er heel mooi uit. Er is één klein restaurantje met een terras aan het water. We genieten van een heerlijk diner en een fantastische avond. De volgende dagen zeilen we via hoofdzakelijk dezelfde plaatsen als op de heenweg (Skillinge, Ystad, Gislöv Laege (3 dagen verwaaid....) nu naar Rödvig in Denemarken. Op 22/8 komen we hier aan. Rödvig is een belangrijke vissershaven aan een kust van witte kliffen, die onderhevig is aan erosie. Een gestrande vissersboot wordt als wrak gehandhaafd als een symbool voor het dorp. De plaats is niet enorm interessant, maar wel aardig. De Scylla wordt 's nachts (in de stromende regen.....) versierd, omdat Nelleke de volgende dag jarig is. Vlaggetjes en in alle onschuld bedoelde ballonnen, die echter door Nelleke als reuzendildo's worden beschouwd, fleuren de boel op. We hebben veel plezier en feesten op weer een verregende en verwaaide dag. Vanaf nu wordt een lange termijn planning bijgehouden wat het weer betreft. Belangrijk is dat er een mogelijkheid is om met gunstige wind na het Kielerkanaal de Duitse Bocht (Noordzee boven de Duitse Waddeneilanden) te bevaren: niet teveel wind en bij voorkeur uit de juiste richting. Elke dag wordt, gegeven de mogelijkheden gevaren en de planning bijgesteld. We varen via Vordingborg (een rustig, aardig haventje) en Spodsbjerg (de enige haven op oost Langeland) naar de meest zuidelijke haven van Langeland (Bagenkop). Vanuit hier is het nog ongeveer 30 mijl naar Kiel. Omdat er een optie is om op 29, 30 of 31/8 door de Duitse Bocht te varen, gaan we ondanks veel wind en regen via Laboe en Rendsburg naar Cuxhaven, onze vertrekhaven voor de tocht naar Nederland. (Alle plaatsen zijn op de heenweg beschreven). In Cuxhaven besluiten we toch nog een dag te wachten, omdat de wind niet krachtig genoeg is. Er wordt gefietst, gewandeld en gewinkeld. Er zijn ook fraaie dingen uit het verleden te zien: het oude lichtschip (dat vervangen is door geautomatiseerde grote lichtboeien), dat ik bij mijn eerste tocht door de Duitse Bocht in het verre verleden nog heb moeten aansturen en een antiek windrichting/windsterkte-aanwijzingsinstrument uit een nog veel verder verleden. Op de roos werd de richting aangegeven en met de waaiers de sterkte van de wind op Helgoland en Borkum voor de uit Cuxhaven vertrekkende schippers. De wind blijft hard, west en zuidwest, dus we besluiten via Friesland (Dokkum, Sneek, Staveren....weer een extra verwaaide dag) naar Amsterdam te varen. In Amsterdam blijven we een extra dag. Beide boten krijgen de kinderen op bezoek en Arie en Nelleke kunnen nog naar een bruiloft. We hebben weer een hele mooie, relaxte reis gehad. In totaal hebben we ongeveer 2700 mijl gezeild (moet nog een klein beetje minder gegeven de tijd....). Het weer was niet zo mooi als vorig jaar, maar zeker de eerste 2-2,5 maand hebben we prima weer gehad, nauwelijks regen en temperaturen meest rond of boven de 20 graden.
of
|
|